Familiebedrijven kijken uit naar de Amerikaanse economie

Familiebedrijven kijken uit naar de Amerikaanse economie

Duitsland gaat bergafwaarts. Dit is hoe ik nu resultaten heb gepost Het Qatarese record voor het jaar 2022 overzicht. Duitsland verloor vier plaatsen en eindigde op de 18e plaats, Duitsland had twee jaar eerder al een achterstand opgelopen in de studie. Alleen Hongarije, Spanje en Italië zijn voor grote familiebedrijven minder aantrekkelijk dan Duitsland. Aan de andere kant namen de Verenigde Staten opnieuw de leiding.

Ver beneden: Duitsland in de ZEW-ranglijst van werkplekken. De VS, Canada en Zweden lopen voorop.

(Afbeelding: SZ Graphics)

In het tweejaarlijkse onderzoek wordt de kwaliteit van vestigingen in 21 geïndustrialiseerde landen beoordeeld op basis van nationale en internationale gegevens. Factoren die relevant zijn voor familiebedrijven met een omzet van meer dan 100 miljoen euro, omdat verhuizen naar het buitenland voor hen een “realistische optie” is, zijn meegenomen in de analyse. Hier hebben ze betrekking op belastingen, arbeidskosten, productiviteit, menselijk kapitaal, regelgeving, financiën, infrastructuur, instellingen en energie.

Een toch al hard oordeel over Duitsland zou waarschijnlijk nog erger zijn geweest, zegt Friedrich Heinemann van het Leibniz Centrum voor Europees Economisch Onderzoek (ZEW), en dat van de Verenigde Staten waarschijnlijk beter als de aanval van Rusland op Oekraïne in de berekening was meegenomen. In samenwerking met adviesbureau Calculus Consult stelt ZEW elke twee jaar de rijksindex van familiebedrijven samen.

Volgens Hennemann heeft de stijging van de energieprijzen als gevolg van de “escalatie in Oekraïne” zeer verschillende effecten op de 21 geïndustrialiseerde landen die zijn opgenomen in de landenindex. “Landen als Duitsland, Oostenrijk en Nederland lijden zwaar. De Verenigde Staten en Frankrijk zijn niet zo hard getroffen”, zegt Heinemann tegen SZ. In de zomer van 2022 bespreken ZEW en Calculus Consult hoe Duitsland onaantrekkelijk is geworden voor energie-intensieve industrieën Speciale studie over dit onderwerp beschreven. Als het op energie aankomt, zei ze, is geen enkele plaats zo kwetsbaar als Duitsland.

De Verenigde Staten zijn populair, maar niet geschikt voor alle bedrijfstakken

Heinemann leidt de onderzoeksafdeling van ZEW op het gebied van vennootschapsbelasting en overheidsfinanciën. Het is geen adviseur en het vertelt bedrijven ook niet waar ze heen moeten en welke sites ze moeten vermijden. De Verenigde Staten zijn ook niet de beste plek voor alle bedrijven. Heinemann noemt de plotselinge stijging van de inflatie in de Verenigde Staten en de appreciatie van de dollar als nadelen voor bedrijven met “arbeidsintensieve, exportgerichte bedrijven”. De auteurs van de huidige studie wijden dit jaar een apart hoofdstuk aan inflatie. Heinemann gelooft niet dat de massale subsidies van de “Inflation Act” van de Amerikaanse president Joe Biden de VS uiteindelijk zullen helpen: “Protectionisme is nooit goed bewijs.”

Het is de negende editie van de studie, die al sinds 2006 bestaat – zij het met minder landen om mee te beginnen. Duitsland verloor twee jaar geleden ook plaatsen in de achtste editie. Individuele jaren kunnen echter maar beperkt met elkaar worden vergeleken, omdat ook gegevens van voorgaande jaren voor elk nieuw onderzoek worden geactualiseerd en herberekend. De auteurs waarschuwden ook voor het overschatten van de scherpe daling van Duitsland. Landen gerangschikt van 14 tot 19 liggen erg dicht bij elkaar in de beoordeling.

Volgens de studie is de “grootste troef” van de Duitse site en ook de enige subindicator waarin Duitsland op de eerste plaats komt, de particuliere en openbare financiën. De subindicator omvat factoren zoals de kredietmarkt, bescherming van schuldeisers en schulden. Volgens het onderzoek profiteert Duitsland op dit moment nog van reserves die in economisch sterke jaren kunnen worden opgebouwd: “Deze buffers zijn echter beperkt en slijten momenteel snel.” Het fiscaal beleid heeft de huidige crises met begrijpelijke argumenten bestreden door middel van hoge particuliere budgetten. Een gevoel van prioriteit en gerichte hulp ontbreekt echter vaak. Daarnaast is de transparantie aangetast als gevolg van buiten de begroting gefinancierde activiteiten.

Aan de andere kant scoort Duitsland slecht op de subindex arbeidskosten, productiviteit en menselijk kapitaal: plaats 19, twee plaatsen slechter dan in 2020. Net als voorgaande jaren is de ongunstige rangschikking vooral te wijten aan hogere arbeidskosten en lagere investeringen. In het onderwijs en een klein deel van de hoogopgeleide werknemers, zegt de studie. De loonkosten in Duitsland – het bedrag dat werkgevers gemiddeld moeten betalen voor een gewerkt uur – worden geschat op € 43,20. Ook Duitsland zakte fors – van de 14e naar de 19e – in de organisatie-index.

READ  Overzicht Dpa-AFX: Bedrijven van 7 april 2021 - 15:15 uur

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *