Boek van Klaus F. Garditz “rechtbankleveranciers”
KKoning Charles III kocht zijn overhemden al meer dan veertig jaar bij de Londense firma Turnbull & Asser, aan wie hij de titel van Royal Warrant verleende toen hij Prins van Wales was. Meer dan 800 leveranciers van de Britse koninklijke familie dragen de exclusieve titel met trots en beschouwen het als een toewijding aan traditie en de hoogste kwaliteit van hun producten. Maar zoals we allemaal weten zijn de Britten gek.
In Duitsland daarentegen wordt de hofleverancier geassocieerd met Bockling en Kratzfus, de onderdanige positie van de burgerlijke winkelier, die reclame maakt voor zijn lekkernijen via de service die hem van bovenaf wordt verleend; Ze voldeden zelfs aan de hoogste eisen van de hogere klasse. Lokale Majesteiten. Maar toen ze in 1918 titels en boerderijen moesten opgeven, liepen ook hun leveranciers de prestigieuze onderscheiding mis.
Wat bracht de auteur ertoe om het boek deze titel te geven?
Iedereen die vandaag de dag iemand voor de rechter daagt, doet dat met polemische bedoelingen. Net zoals Klaus Ferdinand Gardetz in zijn ‘argumentatieve essay’ over hoe de politiek ‘de wetenschap als uitgangspunt gebruikt en zichzelf daardoor instort’. De titel is zielig. Klinkt als een dramatische diagnose. Je zou een hele reeks lopende zaken verwachten die de veronderstelling dat de wetenschap de financier van de rechtbank is, op voorhand plausibel zouden maken; En dan het bewijs van de verdere stelling dat ‘politiek’ als de hedendaagse incarnatie van ‘rechtbank’ op de een of andere manier instort vanwege wat is overgeleverd.
Het boek was een teleurstellende lectuur vergeleken met deze verwachtingen. Gardetz wijdt slechts tien pagina’s aan het eigenlijke onderwerp van zijn tekst. Dit is echter feitelijk plausibel, aangezien hij in de resterende ongeveer tweehonderd pagina’s een diepgaande poging doet om het eenvoudige beeld van de brengers van de wetenschap voor de rechtbank omver te werpen door een goed gefundeerde en geïnformeerde analyse te presenteren van de meer complexe relatie tussen wetenschap en wetenschap. . Beleid.
Het doordringende geluid van het woud van wetenschappelijke artikelen
Het slaagt er zeker in om de gevaren van het “dienen van de tegels” van de wetenschap onder de aandacht te brengen. Maar de echte prestatie van zijn boek is het verduidelijken van de beschermende functie van het recht voor zwakke wetenschappen vanuit het perspectief van de jurist. Kortom: Wat was de aanleiding voor auteur en uitgever om het boek deze titel te geven?
Dit is ook verontrustend omdat Gardetz in het korte gedeelte over wetenschapslevering onder het niveau van zijn tekst gaat, zowel qua argumentatie als qua taalgebruik. Hier pleit hij tegen de ‘kleine zonnekoningen’ die ‘rondhangen’ op ‘Berlijn-Mitte koffiefeestjes’, in ministeriële adviesraden en zich bezighouden met ‘gecompliceerde standpuntnota’s’. Vervolgens vult ‘A Talk in Lanz’ ‘de grote leegte van een academische midlifecrisis’.
Eigenbelang van de politiek
Gelukkig stopt Gardetz daar niet bij, maar keert hij eerder terug naar de objectiviteit wanneer hij het probleem bestudeert vanuit het perspectief van parlementaire wetgevingsprocedures. Gerechtelijke aanbestedingen kunnen een langetermijnstrategie worden als wetenschappers publiceren met het doel bepaalde politieke functies te vervullen. Parlementaire fracties zullen dan alleen luisteren naar deskundigen wier wetenschappelijke standpunten hun politieke bedoelingen ondersteunen. Kunnen we het luisteren naar deze experts niet gewoon opgeven?
Volgens Gardetz zouden het parlement en de regering voor ‘zelf-geaggregeerde informatie’ in plaats daarvan ‘betrouwbare leveranciers’ van wetenschappelijke expertise nodig hebben, wier ‘institutionele professionele diensten’ het mogelijk zouden maken dat er uit het ‘doordringende lawaai’ een ‘behoorlijk omslachtig’ beleid zou voortkomen. Uit de jungle van wetenschappelijke publicaties.” om een weloverwogen keuze te kunnen maken. Maar bestond dit niet al in de vorm van afdelingsonderzoek? Natuurlijk prijst Gardetz ook expliciet de staatsleveranciers van wetenschappelijke expertise voor deze cognitieve vooruitgang. Verrassend genoeg belde hij toen departementaal onderzoek ‘leveranciers van de rechtbank’, maar ‘in de beste zin van het woord’. Omdat de boerderij hier in wezen zichzelf bevoorraadt?
Het feit dat dit traditioneel eervolle instellingen zijn zoals het Greifswald Friedrich Löffler Instituut (verantwoordelijk voor dierziekten en zoönosen) of het Duitse Instituut voor Fysische Technologie garandeert niet dat managementonderzoek fundamenteel immuun is voor zelflegitimerende politieke belangen. Gardetz’ onderscheid tussen ‘slechte’ en goede gerechtsdeurwaarders als het gaat om onderzoek naar federale autoriteiten is analytisch zwak. Wat hier negatief opvalt is dat Gardetz niet ingaat op de recente toename van afdelingsonderzoek, zelfs niet bij instellingen als het Federale Ministerie van Familiezaken of het Federale Ministerie van Onderzoek.
Je kunt niet van de auteur verwachten dat hij de kwestie van de politieke invloed op de financieringsvoorwaarden, met name op academisch onderzoek, uitvoerig in zijn analyse betrekt. Maar op zijn minst roept de directe financiering van migratieonderzoek door bijvoorbeeld een federaal ministerie fundamentele vragen op die in dit gemakkelijk leesbare boek besproken hadden moeten worden.
Klaus Ferdinand Garditz: “Hofleveranciers.” Hoe de politiek wetenschap gebruikt en daardoor instort. S. Hirzel, Stuttgart 2023. 232 pagina’s, hardcover, € 24.
“Analist. Schepper. Zombiefanaat. Fervente reisjunkie. Popcultuurexpert. Alcoholfan.”