Waarom schreef Johann Sebastian Bach geen opera van Ezo Chamartin
eEen paar jaar geleden zou de Zwitserse auteur Ezo Chamartin een script schrijven voor “Bach’s Opera” dat Rudolf Lutz, directeur van de Johann Sebastian Bach Stichting in St. Gallen, wilde uitvoeren. Zijn tekst zou gekoppeld zijn aan door Bach geselecteerde melodieën en koren in de goede oude parodiestijl, en wellicht aangevuld met enkele nieuw gecomponeerde voordrachten. Toen Cammartin Bach echter onder de loep nam, kwam hij tot de conclusie dat zo’n script zinloos is, aangezien Bach een bewuste keuze lijkt te hebben gemaakt om geen opera te componeren. In plaats van het script schreef Izu Camartin een boek waarin hij de feiten voor zichzelf uitlegde: Waarom schreef Johann Sebastian Bach geen opera.
Allereerst, moet je de vraag echt stellen? Vraag je je ook af waarom Monteverdi geen nuttige werken schreef of waarom Wagner er geen schreef voor fans? Maar als je een vraag stelt over Bachs opera’s, is het pragmatische antwoord snel gegeven: er waren geen operahuizen in de belangrijkste plaatsen van Bachs activiteit in Weimar, Cothen en Leipzig tijdens zijn ambtstermijn. En voor de hoftheaters van Berlijn en Dresden is het duidelijk dat Bachs invloed niet voldoende was om een compositieopdracht te krijgen. Internationale operacentra als Venetië en Londen waren sowieso verre van Bachs werkterrein.
Barokke opera, parodieën en invloedstheorie
Iso Camartin is niet tevreden met dit antwoord. In zijn boek beschrijft hij de geschiktheid van Bachs muziek voor opera, wat duidelijk is in het licht van de baroktheorie van invloeden. Gevoelens als verdriet, vreugde, pijn of liefde werden in de achttiende eeuw op het toneel en in de kerk met dezelfde muzikale middelen verbeeld. Bovendien kunnen sommige wereldlijke liederen van Bach, zoals Camartin nadrukkelijk uitlegt, doorgaan voor “mini-opera”. Iso Camartin rechtvaardigt het feit dat Bach de opera niet op zijn minst probeerde door het feit dat Thomaskantor zichzelf in de eerste plaats niet als kunstenaar beschouwde, maar muziek als een wetenschap begreep. Bach kon alles uitdrukken door middel van kerkmuziek; Lutherse dienst was een voldoende “podium” voor hem.
Begeleid door commentaren op de geschiedenis van de opera in Leipzig en op Bachs schaarse connectie met het genre, rapporteert Camartin grotendeels over het onderzoek van Christoph Wolff en Michael Mull. Tijdens de Tour of the Force gaat hij ook in op de geschiedenis van de barokopera in het algemeen, de praktijk van parodieën en de theorie van invloeden. Daarentegen werden Camartins beschouwingen van Bachs individuele melodieën op een meer individualistische manier geformuleerd. Vervolgens leiden QR-codes aan het einde van de hoofdstukken de lezer naar het bijbehorende YouTube-audio- of videovoorbeeld.
Hoewel dit boek goed gelezen en individueel vormgegeven is zoals het is, biedt het nauwelijks iets nieuws voor Bach-fans. In plaats daarvan staan er veel fouten in de tekst met betrekking tot de feiten over Bach. Zo was Bach in 1722 geen directe concurrent van Telemann in het selectieproces voor de functie van Thomaskantor, maar kwam hij pas op voorsprong toen Telemann lang geleden afwees. Bach componeerde zijn jachtemblemen in Weimar en niet in Leipzig, en het stuk is niet opgenomen voor Schaums maar voor de hobo.
Goed en belangrijk
Tillmann verhuisde in 1705 niet van Leipzig naar Hamburg, maar naar Surau, de tekstschrijver van Bachs “I Have Enough” is onbekend, maar door Christine Blanken jaren geleden geïdentificeerd als Christoph Berkmann. Liturgie B Minor werd niet voltooid in 1748/49 voor het hof van Dresden. Het is immers heel gedurfd om Leipzig een “Duitse hoofdstad” te noemen. Natuurlijk zijn deze fouten niet catastrofaal, maar ze hadden gemakkelijk vermeden kunnen worden. De vermelding van graaf Questenberg als mogelijke opdrachtgever van Bachs Opera is ook zeer speculatief, aangezien deze edelman in 1749 in slechte gezondheid verkeerde en financieel niet in staat was om een dergelijk project uit te voeren.
In de slotakte nodigde Camartin Bach en zijn muziek uit om overal opgevoerd te worden, ook op het operapodium. Dit is echter een goede en belangrijke eis waaraan op veel festivals al wordt voldaan. Eerder dit jaar brachten de Nederlandse Bachvereniging en Opera 2 Dagen in Den Haag een productie uit van Bachs muziek op een nieuw script van Thomas Hooft getiteld Die Apokalypse, die ook te zien zal zijn op het Leipzig-Bach Festival in 2024. De ondertitel luidt: “Opera’s die niet door Bach zijn geschreven, nooit”.
Iso Cammartin: “Waarom schreef Johann Sebastian Bach geen opera”. rüffer & rub Verlag, Zürich 2022. 157 p., Hardcover, €24.
“Analist. Schepper. Zombiefanaat. Fervente reisjunkie. Popcultuurexpert. Alcoholfan.”