Na de protesten in Bangladesh: momenteel blijven 150 textielfabrieken gesloten

Textielarbeiders in Bangladesh protesteren al weken om hogere lonen te eisen. Na gewelddadige rellen is de productie in 150 fabrieken inmiddels stilgelegd. Er wordt verwacht dat er begin deze week nog meer protesten zullen plaatsvinden.

In het soms gewelddadige dispuut over de stijgende lonen in de textielindustrie in Bangladesh zijn 150 fabrieken voor onbepaalde tijd gesloten. De politie vertelde Agence France-Presse dat ze zich in de belangrijke industriële steden Ashulia en Ghazipur bevinden, ten noorden van de hoofdstad Dhaka. Fabrikanten vrezen daarom voor meer stakingen aan het begin van de nieuwe werkweek in het Zuid-Aziatische land.

Gisteren weigerde de premier van Bangladesh, Sheikh Hasina, de lonen van werknemers in de textielindustrie te verhogen. Hasina zei tijdens een bijeenkomst van haar Awami League-partij dat ze tevreden moesten zijn met de aangekondigde verhogingen en “hun werk moesten voortzetten”. “Als ze de straat op gaan om te protesteren tegen iemands instigatie, verliezen ze hun baan en moeten ze terugkeren naar hun dorpen.”

Werknemers eisen dat de lonen worden verdrievoudigd

Een door de overheid benoemde commissie kondigde dinsdag een verhoging van het minimumloon met 56,25 procent aan naar 104 euro, met ingang van december. De Textile Workers Union verwierp dit en noemde het “onaanvaardbaar”. De loonstijging komt niet overeen met de stijgende kosten van voedsel, huur van woningen, gezondheidszorg en schoolgeld.

Werknemers in veel textielfabrieken in het land eisen dat hun minimumloon wordt verhoogd tot het equivalent van minstens 190 euro per maand, wat drie keer het huidige niveau is.

Bij de protesten zijn al drie mensen om het leven gekomen

De afgelopen dagen waren er gewelddadige protesten waarbij een vrouw om het leven kwam, de derde dode sinds het begin van de demonstraties. Donderdag kwamen 15.000 arbeiders in botsing met de politie en plunderden een tiental fabrieken, waaronder de Tosuka-fabriek. Volgens de politie hebben de demonstranten ongeveer zeventig fabrieken bestormd en vernield. De politie startte daarop onderzoek tegen 11.000 ongeïdentificeerde personen – een aanpak die volgens critici ook dient om actie te ondernemen tegen dissidenten.

De hoofdstad van Bangladesh, Dhaka, en omgeving zijn een belangrijk centrum voor de textielindustrie. Veel westerse merken zoals Gap, H&M en Aldi maken er kleding. Het land is een van de grootste textielproducenten ter wereld en er zijn ongeveer 3.500 fabrieken en werkplaatsen. Er werken vier miljoen mensen in deze sector. Textiel vertegenwoordigt 85 procent van de export.