Fluorescentiemicroscopie: de grenzen van het zichtbare
Nobelprijswinnaars in de bunker
Niets werkt zonder microscopie: atomen, moleculen en andere bouwstenen van het leven blijven voor het menselijk oog verborgen. Maar natuurlijk wil de wetenschap nader bekijken wat er op het kleinste deeltjesniveau gebeurt. Veel ontdekkingen en mijlpalen in onderzoek zouden niet mogelijk zijn geweest zonder microscopen. Ons begrip van processen in levende cellen zal bijvoorbeeld anders zijn. Wetenschap – vooral biologie, scheikunde en geneeskunde – zou ondenkbaar zijn zonder de kunst van expansie.
Al in 1590 maakte een brillenmaker het eerste monster. Sindsdien hebben telescopen ervoor gezorgd dat we zelfs de kleinste processen kunnen waarnemen. Om dit te doen, moest de technologie keer op keer worden gerevolutioneerd. Wat tegenwoordig fluorescentiemicroscopie wordt genoemd, zorgt ervoor dat zelfs de kleinste eiwitten en moleculen op nanoschaal zichtbaar worden.
Talloze wetenschappers werken met steeds beter wordende microscopen. Maar wie doet er eigenlijk onderzoek om de microscopen zelf te verbeteren? Deze actie vindt onder andere plaats in de kelder van Heidelberg. Daar probeert Nobelprijswinnaar Stefan Hill en zijn team de grenzen van het zichtbare te verleggen.
“Analist. Schepper. Zombiefanaat. Fervente reisjunkie. Popcultuurexpert. Alcoholfan.”