Drijvende zonnepanelen en afvalbergen: hoe Nederland Europa’s zonnepionier werd

Drijvende zonnepanelen en afvalbergen: hoe Nederland Europa’s zonnepionier werd

Op het Nederlandse platteland, 130 kilometer ten oosten van Amsterdam, rijst een ongewone heuvel glinsterend op boven boerderijen, kale bomen en modderige weiden. De 25 meter hoge heuvel is gebouwd van huishoudelijk en bedrijfsafval van de afgelopen 15 jaar. Bijzonder is dat wat het beslaat: 23.000 zonnecellen!

De Nederlandse ontwikkelaar van zonne-energie TPSolar opende medio 2020 de centrale, die tot 8,9 megawatt elektriciteit kan opwekken, in Armhoede in het oosten van Nederland.De voormalige stortplaats wekt nu genoeg elektriciteit op voor ongeveer 2.500 huishoudens. Het project weerspiegelt de inspanningen in Nederland, dat nu meer dan 48 miljoen zonnepanelen heeft geïnstalleerd, om innovatieve locaties te vinden voor nieuwe duurzame energiecapaciteit. Volgens de branchevereniging Solar Power Europe heeft Nederland tegenwoordig gemiddeld twee zonnepanelen per hoofd van de bevolking en een geïnstalleerd vermogen van meer dan 1 kilowatt (KW) per persoon. Daarmee is Nederland het grootste centrum van zonne-energie per hoofd van de bevolking in Europa.

Hoe maakt Nederland ruimte voor zonne-energie?

Aangezien land voor duurzame energie bijna overal ter wereld schaars is, zou de Nederlandse ervaring – onder meer de installatie van zonnepanelen op parkeerterreinen, handelsmeren, schapenweiden, aardbeienkwekerijen, verlaten kerken, treinstations en luchthavens – als inspiratie kunnen dienen voor een hernieuwbare site. de hele wereld.

“Omdat er in Nederland zo weinig ruimte is, is het belangrijk om de bodem voor te bereiden op meerdere toepassingen”, zegt Bernd Nygen Tuelhaar, coördinator bij het Nederlandse zonne-energiebedrijf Solarfields, dat grote zonneparken exploiteert en minstens 450.000 panelen in het land heeft geïnstalleerd. . .

Zonnetuinen op kunstmatige meren

Ongeveer 20 procent van het laaglandoppervlak bestaat uit water, en ontwikkelaars van zonne-energie zoals GroenLeven hebben hiervan geprofiteerd door systemen te installeren op kunstmatige meren. Het bedrijf zei dat het bedrijf meer dan 500.000 zonnepanelen op Nederlandse wateren heeft geïnstalleerd, na China in de wereld. “Het idee van drijvende zonnesystemen ontstond in Nederland eerder dan in andere landen”, zegt Benedikt Ortmann, global director of solar projects bij het Duitse duurzame energiebedrijf BayWare, dat in 2018 werd overgenomen door GroenLeven.

READ  Trump werd voor altijd van Twitter verbannen wegens aanzetten tot geweld

Geïnspireerd door het Nederlandse voorbeeld wil BayWare nu meer drijvende zonnestroomsystemen gaan bouwen in Europese landen als België, Oostenrijk en Frankrijk.

Ook Nederlandse bedrijven kijken naar manieren om zonne-energie te combineren met landbouwproductie. “In plaats van ruzie te maken over wie toegang krijgt tot de grond, zoeken we naar oplossingen om deze te delen”, zegt Karel Koeij, directeur grootschalige fotovoltaïsche bedrijfsontwikkeling bij de Nederlandse dochteronderneming Vattenfall. Het zogenaamde “Agri-PV”-project beoogt de teelt van aardbeien en frambozen onder een dak van zonnepanelen, ter vervanging van de plastic hoes die vaak door boeren wordt gebruikt.

Halverwege een proefproject van vier jaar ontdekten projectleiders dat planten 25% minder water nodig hebben omdat ze worden beschermd tegen zonlicht, wat resulteert in besparingen op irrigatie in de toekomst, aangezien klimaatverandering betekent dat de zomers heter en droger kunnen zijn.

Binnenlandse belangen moeten voorop staan

Nederlandse ontwikkelaars van zonne-energie zijn van mening dat lokale belangen voorop moeten staan ​​bij het ontwerpen van nieuwe projecten. In het klimaatplan van het land uit 2019 staat bijvoorbeeld dat 50 procent van de groene stroom die wordt opgewekt in duurzame energieprojecten moet worden verdeeld onder de lokale bewoners.

Hoewel dit niet wettelijk bindend is, zijn projectontwikkelaars slim genoeg om in de gemeenschap te investeren, bijvoorbeeld door een bepaald percentage van de opgewekte hernieuwbare elektriciteit aan lokale energiecoöperaties te geven of door een sociaaleconomisch fonds op te richten om de energie-efficiëntie te verbeteren.

“Omdat Nederland zo klein is, werk je altijd in iemands achtertuin”, zegt Robert van der Horst, projectontwikkelaar bij TPSolar. “Je moet altijd met mensen praten en bespreken wat het beste is voor een bepaald gebied”, voegde hij eraan toe. Dan probeer je dat te verbeteren met je eigen zonnetuin.

READ  IT-expert Edward Linsen: Scrum is de beste / CEO van Beech IT: "...

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *