Wereldeilanden in aanvaring – spectrum van de wetenschap
Sterrenstelsels groeien en gedijen door samen te smelten of door de kleinere eilanden van de wereld te absorberen en op te slokken. Een bijzonder aantrekkelijk beeld van dit proces is gemaakt door Arp 282 van de Hubble Ruimtetelescoop in het sterrenbeeld Andromeda. 214 miljoen lichtjaar scheiden ons van het binaire getal. Hier is een veel kleiner sterrenstelsel, IC 1559, in zwaartekrachtinteractie met het veel grotere wereldeiland NGC 169. Dit laatste is een actief spiraalstelsel met goed gedefinieerde armen en een diameter van ongeveer 160.000 lichtjaar, vergelijkbaar met het Melkwegstelsel. . Tussen de twee sterrenstelsels zijn gas- en stofwolken te zien, die door getijdenkrachten uit beide sterrenhopen zijn losgerukt. Er zijn ook duizenden sterren die uit hun thuissysteem zijn gerukt. Naast getijdenarmen vertonen beide wereldeilanden andere kenmerken van zwaartekrachtinteractie met elkaar. De kleine IC 1559 gloeit in blauwtinten in dit ultraviolette, zichtbare en nabij-infrarode beeld. Dit is een indicatie dat zich er massaal nieuwe sterren in vormen: er is een “starburst” aan de gang. Tegelijkertijd worden tegelijkertijd duizenden massieve sterren gevormd, die heel helder schijnen.
Deze sterren zijn zo heet dat ze voornamelijk ultraviolet en blauw zichtbaar licht uitzenden, wat IC 1559 zijn kleur geeft. Deze sterren zijn echter echte verspillers en verbruiken hun voorraad waterstof binnen een paar miljoen jaar voordat ze opzwellen tot rode reuzen en kort daarna exploderen als supernova’s. De massale aanwezigheid van hete blauwe sterren is dus het bewijs dat grote hoeveelheden gas en stof pas onlangs zijn ingestort om sterren te vormen. Ook NGC 169 vertoont tekenen van activiteit. Daarin schittert met name het kerngebied opmerkelijk helder, en wordt in catalogi vermeld als een actief Seyfert-type sterrenstelsel. In het midden bevindt zich een superzwaar zwart gat dat grote hoeveelheden materie verslindt. Omdat het impulsmoment behouden blijft, hoopt dit zich op in een platte schijf rond het zwarte gat en dringt het slechts geleidelijk het zwarte gat binnen. Door wrijving wordt de plaat erg heet, waarbij enorme hoeveelheden straling vrijkomen.
De aanduiding Arp 282 verwijst naar de catalogus “Atlas of Strange Galaxies” uitgegeven door de Amerikaanse astronoom Halton Arp (1927-2013) in 1966. De catalogus bevat 338 sterrenstelsels met bijzondere eigenschappen. Arp 282 is de 282e ingang.
“Analist. Schepper. Zombiefanaat. Fervente reisjunkie. Popcultuurexpert. Alcoholfan.”