Wetenschap: Onderzoek: Slakkenhuizen als venster op het verleden
Wetenschappen Onderzoek: Slakkenhuizen als venster op het verleden
Het Archeologisch Centrum Leibniz in Mainz ligt honderden kilometers van de zee. Zeeslakken spelen daar echter een grote rol; De schelpen spreken van vervlogen tijden.
Klimaatverandering, digitale transformatie, kunstmatige intelligentie – er wordt veel gesproken over de grote verstoringen van onze tijd en hoe mensen zich zullen moeten aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Een onderzoeksproject bij het Leibniz Centrum voor Archeologie (Leiza) in Mainz gaat ook over aanpassingen – maar over menselijk gedrag als gevolg van seizoensgebonden klimaatschommelingen tussen het vroege en midden Holoceen, 9.000 tot 7.000 jaar geleden. Studiedoelen: Slakkenhuizen uit het Middellandse Zeegebied.
Ze fungeren als klimaatarchieven, legt projectdirecteur Niklas Hausmann uit. Door slakkenhuizen te analyseren kunnen conclusies worden getrokken over de klimatologische omstandigheden in het verleden. Sinds 2021 worden de overblijfselen van mediterrane schelpen (Patella caerulea) uit een grot op het Griekse schiereiland Peloponnesos onderzocht – of liever hun elementaire samenstelling onderzocht met behulp van de lasergeïnduceerde plasmaspectroscopiemethode die Hausmann voor dergelijke schelpen heeft ontwikkeld.
De vorming van groeiringen van schelpen geeft aanwijzingen over het weer en klimaat in het verleden. Volgens Hausmann leven mosselen ongeveer tien jaar, terwijl de resten van komvormige schelpen duizenden jaren meegaan. Onder ideale omstandigheden vormt zich tijdens het leven van de slak wel twee keer per dag een nieuwe laag – deze rapporteert over klimaat en weer, net zoals boomringen dat doen. Isotopische analyse van de granaten wordt ook uitgevoerd bij het Instituut voor Geowetenschappen van de Johannes Gutenberg Universiteit in Mainz. Hierdoor kunnen temperaturen worden gereconstrueerd.
In het Mainz-project ‘Waterfront’, dat sinds 2021 actief is en wordt ondersteund door de Duitse Onderzoeksstichting (DFG), worden de verzamelde analysegegevens voor slakkenhuizen gekoppeld aan het gedrag van mensen, eerst als jagers, vissers en verzamelaars. . Later woonden boeren in grotten in het Middellandse Zeegebied. De belangrijkste vragen zijn hoe mensen reageerden op koude zomers en slechte oogsten, hoe ze hun dieet veranderden – door bijvoorbeeld meer slakken of wilde dieren en planten te eten vanwege een tekort aan granen – en waarom de migratie pas lang na de ramp plaatsvond. migratie. Mensen in het Middellandse Zeegebied vertragen van de Egeïsche Zee via wat nu Italië is naar wat nu Portugal in het westen is.
Onlangs was een tussentijdse evaluatie van het project, uitgevoerd door DFG, zo succesvol dat de gemeenschap het project de komende drie jaar met € 1 miljoen financierde. Gedurende deze tijd zullen de gegevens worden uitgebreid met schelpen van andere locaties – uit een grot op het Griekse eiland Giora, één in Libië en twee op Sicilië. Hausmann legde uit dat het project tot doel heeft oplossingsstrategieën te demonstreren die mensen al duizenden jaren ontwikkelen. Het onderwerp is zeer actueel en tegenwoordig wordt er veel nagedacht en gediscussieerd over passende oplossingsstrategieën, ook al gaat het om totaal andere problemen. “Aanpassing is altijd nodig”, benadrukte de wetenschapper. Tegenwoordig gaat het bijvoorbeeld over het omgaan met klimaatverandering of veranderende mobiliteit.
Communicatie over het project
“Analist. Schepper. Zombiefanaat. Fervente reisjunkie. Popcultuurexpert. Alcoholfan.”