Inkomstenbelasting |  Juridische veranderingen in Nederland

Inkomstenbelasting | Juridische veranderingen in Nederland

Oldenzaal – Belastingheffing op de bezittingen en inkomsten van Duitse werknemers en managers die in Nederland werken, is een voortdurend probleem. Mariel Kiesfeld-Mommer en Harold Ude Smeijers, beiden belastingadviseurs bij advocatenkantoor Moore MKW in Oldenzaal, gaan dieper in op de huidige belastingregels en de veranderingen die zich binnenkort kunnen voordoen in de huidige economie.

Kwadrant drie: huidige situatie
In Kerstarst (“Kerstvonnis”) van 24 december 2021 oordeelde de Hoge Raad der Nederlanden dat de Nederlandse belastingen op sparen en beleggen in strijd zijn met het Europese recht. Als gevolg van deze uitspraak is de zogenaamde Derde Kaderverordening, waarin de belastingen op inkomen uit vermogen worden geregeld, gewijzigd. Daarom zullen de belastingen op de activa van het derde fonds de komende jaren veranderen. De verbetering van de overbruggingsprocedure in het derde raamwerk heeft tot doel ervoor te zorgen dat het berekende vaste rendement beter aansluit bij het daadwerkelijk behaalde rendement. Dit moet in de toekomst leiden tot een eerlijkere belastingheffing.

In 2024 zal de grondslag voor de belastingheffing in het derde raamwerk in Nederland de feitelijke verdeling tussen spaargelden, bezittingen en overige schulden zijn. Bij de initiële beoordeling voor 2024 wordt gebruik gemaakt van denkbeeldige rendementen die dicht bij het werkelijke rendement op inkomen uit Kwadrant III liggen. Daarom worden twee verschillende activaratio’s gebruikt: één voor bankdeposito’s (momenteel 1,03%) en de andere voor beleggingen en andere activa (6,04%). Eventuele schulden kunnen worden verdisconteerd voor een rendement dat momenteel 2,47 procent bedraagt. In 2024 bedraagt ​​het belastingtarief 36 procent.

Ook als de woning niet als belegging wordt verhuurd, kan het zijn dat in de derde box hogere inkomstenbelasting moet worden betaald. In dit geval is het raadzaam bezwaar te maken tegen de belastingaanslag – dit geldt ook voor de jaren 2020, 2021 en 2022.

READ  Een vluchteling uit Pakistan dankzij mijn tijd in Marsberg

Kwadrant drie: verwachtingen
Vanaf 2027 worden er nieuwe belastingen geheven op Kwadrant III. De hoofdregel van het wetsontwerp voor het nieuwe tariefstelsel is dat de belastingheffing over bezittingen opgenomen in Kwadrant III gebaseerd is op het inkomen dat de belastingbetaler daadwerkelijk verdient. Deze feitelijke inkomsten bestaan ​​dan uit de directe en indirecte inkomsten minus de daaraan verbonden kosten.

Het directe rendement kan worden gezien als de huurgelden, rente en winst die in een jaar worden ontvangen, verminderd met de kosten die daarvoor worden gemaakt, zoals rente op de schulden genoemd in Kwadrant III. Bij een huurwoning gefinancierd met een lening bestaat het directe rendement bijvoorbeeld uit de huurinkomsten minus de betaalde rente.

Het indirecte rendement heeft betrekking op de prestaties van activa in het derde raamwerk. In de regel gaat het daarbij om gerealiseerde waardeontwikkelingen (verkoopwinst) en niet binnen één jaar gerealiseerde waardeontwikkelingen. De ongerealiseerde prestatie gedurende een jaar is gelijk aan de marktwaarde van de activa van Fonds III aan het einde van het kalenderjaar, verminderd met de waarde van de activa aan het begin van het kalenderjaar. Bij onroerend goed worden belastingen op de waardestijging pas geheven bij verkoop van het onroerend goed. Iedereen die in Nederland een (vakantie)woning bezit, mag verwachten dat de belastingen op de woning nu hoger zullen zijn. Let op: De Belastingdienst berekent hoge rente over de inkomstenbelasting als de belasting te laat wordt betaald. Het is daarom belangrijk om na te gaan of u voor 2023 en 2024 een voorlopige belastingaanslag moet aanvragen, zodat hoge rentetarieven kunnen worden vermeden.

READ  In Harmony: The Benders nemen afscheid van het voetbalpodium

De vroegere belastingvrijstelling wordt vervangen door belastingvrije inkomsten, waarvan de hoogte nog niet vaststaat.

Salaris van de directeur van de Nederlandse BV
Volgens het belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland moeten bonussen betaald aan bestuurders van vennootschappen worden belast in het land waar die vennootschap is gevestigd. Dit betekent dat de beloning van de directeur van een Nederlandse BV gevestigd in Duitsland in Nederland belast moet worden.

Veel bestuurders gaan ervan uit dat deze inkomsten in Duitsland belastingvrij zijn. In plaats van de vrijstellingsmethode moet in Duitsland de accreditatiemethode worden gebruikt. Deze methode is minder voordelig omdat de Nederlandse belasting nu wordt gecompenseerd door de Duitse belasting en niet volledig is vrijgesteld. Dit betekent dat de Nederlandse belasting wordt afgetrokken van de Duitse belasting, maar dat niet alle Nederlandse inkomsten zijn vrijgesteld van Duitse belasting.

De vrijstellingsmethode kan in Duitsland nog steeds worden gebruikt voor inkomsten verdiend als werknemer. Zoals eerder vermeld is de vrijstellingsmethode goedkoper.

Oplossing: inkomensverdelingN
Het kan nuttig zijn om te weten of het inkomen van de directeur kan worden gesplitst of dat het salaris van de directeur kan worden verlaagd. Bij een splitsing ontvangt u een deel van de inkomsten als werknemer en een deel van de inkomsten als bestuurder. De beloning die wordt ontvangen voor het werken in loondienst valt niet onder het artikel dubbele belasting voor bestuurders, maar onder het artikel voor “gewone” werknemers. Een zorgvuldige afstemming met uw Duitse belastingadviseur wordt aanbevolen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *