Belastingwetgeving in Nederland – gaat vanaf 2023 veranderen

Belastingwetgeving in Nederland – gaat vanaf 2023 veranderen

In Nederland is de derde dinsdag van september traditioneel Prinsjesdag. Op deze dag presenteert de Nederlandse regering haar belastingplannen voor volgend jaar. Voor 2023 heeft de Nederlandse regering enkele wijzigingen voorgesteld die gevolgen hebben voor Duitse bedrijven of werknemers die in Nederland werken. Mariel Kiesfeld-Momer en Harold Ude Smeijers, beiden belastingadviseurs bij advocatenkantoor KroeseWevers in Oldenzaal, geven een overzicht van Wirtschaft aktuell.

Ten eerste: de Nederlandse overheid is afhankelijk van het ondersteunen van de koopkracht van burgers (ruim 17 miljard euro). Dit is belangrijk gezien de scherpe stijging van de prijzen, vooral de energieprijzen, en de hoge inflatiecijfers.

Eerste Fonds Inkomstenbelasting: Inkomsten uit werk en woning

Voor 2023 gelden in Nederland twee tarieven van de inkomstenbelasting. Bij een jaarinkomen van circa € 70.000 bedraagt ​​het tarief van de inkomstenbelasting 36,93 procent, waarvan 27,65 procent sociale zekerheidsbijdragen betreft. Is uw jaarinkomen hoger dan € 70.000, dan bedraagt ​​het belastingtarief 49,5 procent.
Sociaal verzekerde belastingbetalers in Duitsland betalen in Nederland slechts 9,28 procent inkomstenbelasting over inkomsten voortvloeiend uit een Nederlandse arbeidsovereenkomst ter grootte van circa € 37.000. De Nederlandse overheid wil de bevolking tegemoet komen door de inkomstenbelasting te verlagen.

Derde Fonds Inkomstenbelasting: Inkomsten uit sparen en beleggen

Na de uitspraak van de Hoge Raad dat de Nederlandse belastingen op inkomsten uit sparen en beleggen in strijd zijn met het Europese recht, zullen de huidige vierkante drie belastingen in de toekomst worden gewijzigd.
Vanaf 1 januari 2023 zal de basis van de Derde Kader-belastingen de feitelijke verdeling tussen spaargelden, bezittingen en overige schulden zijn. Aan het einde van het kalenderjaar wordt aan elke categorie een dummy-aangifte toegekend. De bijbehorende rendementen zijn nog niet bekend gemaakt. De belastingen in Kwadrant III staan ​​onder zware kritiek. Om deze reden is het niet helemaal duidelijk wat de toekomstige belastingen zullen zijn.
Het belastingtarief op inkomsten uit spaargelden, bezittingen en overige schulden zal in 2023 naar verwachting met één procent stijgen naar 32 procent. Dit belastingtarief zal naar verwachting jaarlijks met één procent stijgen totdat het in 2025 een totaal van 34 procent bereikt. Ook is de verhoging van het belastingvrije vermogen per 1 januari 2023 aangekondigd naar € 57.000 per belastingplichtige. Voorheen bedroeg deze grens € 50.650.

READ  Cloud en copyright

Vakantiewoningen

De woning in Nederland en de eventuele daarmee samenhangende schulden worden vanaf 1 januari 2023 ook belast op overige inkomsten. Iedereen die een vakantiewoning in Nederland bezit, moet in de toekomst mogelijk
Verwacht hogere inkomstenbelastingtarieven in Nederland.

onroerend goed belasting

Ook maakte de Nederlandse regering bekend dat het algemene belastingtarief voor de overdrachtsbelasting in 2023 wordt verhoogd van acht procent naar 10,4 procent. Het algemene belastingtarief voor de overdrachtsbelasting geldt voor kopers die zelf niet in een woning wonen – zoals een bedrijfspand. of vakantiewoningen. Het loont dus de moeite om in 2022 een vakantiewoning in Nederland te kopen.

Vennootschapsbelasting

Vanaf 2023 worden vennootschappen zwaarder belast in Nederland. Voor BV – het Nederlandse bedrijf GmbH – wordt de eerste schijf van de vennootschapsbelasting vanaf 2023 verlaagd van € 395.000 naar € 200.000, al gaat het belastingtarief omhoog naar 19 procent. Van € 200.000 bedraagt ​​het vennootschapsbelastingtarief 25,8 procent. In Nederland wordt geen bedrijfsbelasting geheven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *