Nederland transporteert veel minder dierlijke mest naar Duitsland

Het belang van Duitsland als afzetmarkt voor Nederlandse landbouwmeststoffen is het afgelopen jaar verder afgenomen; Dienovereenkomstig werd het volume van de afgifte van fosfaat en stikstof opnieuw aanzienlijk verminderd.

Zoals blijkt uit de laatste statistieken van de Rijksdienst voor Ondernemen (RVO), exporteerde het buurland in 2020 in totaal ongeveer 3,07 miljoen ton dierlijke mest naar andere landen; Dat was 0,7% lager dan vorig jaar. Volgens de RVO was het belangrijkste bestemmingsland – net als voorgaande jaren – Duitsland. In totaal ging ongeveer 1,39 miljoen ton de grens over; Vergeleken met 2019 was dat een daling van 8%.

Bovendien daalde de hoeveelheid fosfaten die samen met de landbouwmest aan de Bondsrepubliek Duitsland werd geleverd met 17% tot 13.270 ton en de hoeveelheid stikstof met 18% tot 14.170 ton. Zo werden de relevante vijfjaarlijkse gemiddelden verlaagd met respectievelijk 42% en 36%.

Volgens het bureau bestaat het grootste deel van de Duitse invoer van landbouwmeststoffen uit de westelijke buur, ongeveer 793.230 ton, uit mengmeststoffen, maar er werd 1% meer geïmporteerd dan het voorgaande jaar. Voor varkensmest daarentegen werd een daling van 13% opgetekend tot 295.100 ton. De derde belangrijkste meststof per diersoort was pluimveemest met 172.920 ton, wat volgens de Haagse experts een afname betekent van 27%.

De export van paardenmest werd met 9% beperkt tot 114.920 ton. Daarnaast brachten de Nederlanders 11.950 ton dierlijke mest over de grens, wat een reductie van 31% betekent.

READ  Klacht tegen de minister-president van Nederland

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *