Bundesbank-initiatief: pensioenleeftijd koppelen aan levensverwachting?

De Bundesbank stelt voor om de pensioenleeftijd in Duitsland te koppelen aan een verhoging van de levensverwachting van mensen. Een overeenkomstige verhoging van de pensioenleeftijd kan het stelsel op lange termijn stabiliseren.

Volgens economen van de Bundesbank kan het koppelen van de pensioenleeftijd aan de levensverwachting het wettelijke pensioenstelsel op de lange termijn stabiliseren. Landen als Denemarken, Finland, Portugal, Nederland en Italië zullen dat nu al doen.

Volgens het Economists’ Monthly Report zou een dergelijke koppeling de druk verminderen om voortdurend andere variabelen aan te passen, zoals de premievoet of het fiscaal gefinancierde pensioenfonds van de federale overheid. Het voorkomt ook dat de pensioenjaren sneller stijgen dan de abonnementsjaren. Ook hoeft de pensioenleeftijd niet steeds opnieuw te worden besproken.

Bijdragepercentage zal langzamer stijgen

In de wet staat nu dat de pensioenleeftijd in 2031 geleidelijk oploopt naar 67 jaar. De Verkeerslichtcoalitie wil de pensioenleeftijd niet meer verhogen.

De Bundesbank betoogt echter in simulaties tot 2070: deze laten zien dat de druk op de pensioenmiddelen aanzienlijk zal afnemen als de pensioenleeftijd na 2031 blijft stijgen. op de lange termijn zal het met een kleiner percentage stijgen dan wanneer de pensioenleeftijd niet was gewijzigd.” In hun simulaties zou de pensioenleeftijd tussen begin 2030 en 2070 stijgen van ruim 67 naar 69 jaar. De premiestijging zou volgens de berekeningen 2 procent lager zijn dan de stijging bij afwezigheid van een hogere pensioenleeftijd.

De Bundesbank is al meerdere keren tussengekomen in het debat over de wettelijke pensioenhervorming. In oktober 2019 stelde zij voor om de pensioenleeftijd op termijn te verhogen naar meer dan 69 jaar.