Wetenschapper: De internationale plasticovereenkomst is dringend
Europese wetenschappers benadrukken de urgentie van een internationale plasticovereenkomst gericht op het terugdringen van de plasticproductie en het bevorderen van een circulaire economie. de Verslag van de European Academies Scientific Advisory Council (EASAC) Benadrukt de noodzaak van een gecoördineerde mondiale aanpak om de plasticcrisis effectief aan te pakken.
Het artikel benadrukt de snelle toename van de plasticproductie, -consumptie en -vervuiling in oceanen, zoet water en op het land als gevolg van systeemfalen. EASAC is een vereniging van nationale academies van wetenschappen uit de lidstaten van de Europese Unie, Noorwegen en Zwitserland
Deskundigen waarschuwen dat de mondiale hoeveelheid plastic afval tegen 2060 zou kunnen verdrievoudigen tot meer dan een miljard ton, tenzij er beslissende actie wordt ondernomen. Volgens Michael Norton, hoogleraar bij EASAC, moeten onderhandelaars conflicten in het hele systeem aanpakken, wat gezien de commerciële belangen geen gemakkelijke taak is. Maar om de milieuschade en de risico's voor de menselijke gezondheid te verminderen, is het beëindigen van de groei van de plasticeconomie onvermijdelijk.
Wetenschappers beweren dat de 21e eeuw de geschiedenis in zou kunnen gaan als het ‘tijdperk van plastics’, aangezien de productie van plastic afval snel toeneemt. De externalisering van de kosten en het gebrek aan verantwoordingsplicht van de kant van producenten en consumenten dragen ertoe bij dat dit probleem wordt verergerd.
Om de plasticvervuiling tegen 2040 met 80 procent terug te dringen, beveelt het rapport een systematische aanpak aan om de productie en consumptie te verminderen, en om ervoor te zorgen dat alle kunststoffen herbruikbaar, recycleerbaar of composteerbaar zijn.
Het EASAC-rapport doet tien op wetenschap gebaseerde aanbevelingen voor een internationale kunststofovereenkomst, waaronder het verminderen van de primaire productie van kunststoffen, het internaliseren van alle externe kosten en het uitbreiden van de producentenverantwoordelijkheid om alle kosten in verband met afvalbeheer te dekken. Een andere aanbeveling is om productontwerpers en detailhandelaren verantwoordelijk te houden voor het terugdringen van het individuele gebruik van producten onderweg. Ook zijn er prikkels nodig voor bedrijven om samen te werken aan statiegeldsystemen. Last but not least mag de export van OESO-landen naar niet-OESO-landen alleen worden goedgekeurd als deze voldoet aan de milieuvriendelijke behandelingsnormen voor dit afval.