Nederland op de boekenbeurs
Leipzig. Nederland en Vlaanderen zijn dit jaar de gastlanden op de Leipziger Buchmesse. Goed zo. Want we lezen nog steeds verrassend weinig over elkaar.
Kent u “Ruipsje nooitgenoeg”?” Ja, ja. In het Duits heet het, wat eleganter, “Het kleine rupsje Nemmersat”. Het is een groenblijvende plant, als er zoiets bestaat in de boekenwereld. In Nederland nee Het prentenboek van Eric Carle staat nog steeds in de top 100 bestsellers. Maar waar je moeilijker te vinden bent, zijn de Duitse auteurs. En andersom? Ach. Er staan er hier ook een paar op de relevante bestsellerlijsten.
Het loont zeker de moeite om eens over de grens naar het Nederlandstalige gebied te kijken. Kijk uit naar de Leipziger Buchmesse, die, net als zijn grotere tegenhanger in Frankfurt in 2016, nu het Nederlandstalige gebied (dat wil zeggen het Koninkrijk plus Vlaanderen) als gastland heeft uitgenodigd onder de slogan: ‘Alles behalve het platte.’
“Auteurs uit Nederland en Vlaanderen zijn al jaren publiekslievelingen op de Boekenbeurs en Leipzig Reads en blijven verrassen met hun frisse perspectieven en thema’s”, zegt Oliver Zell, directeur van de Leipziger Buchmesse.
Alleen al in Nederland is de literaire productie zeer hoog: in 2022 verschenen er zo’n 11.400 nieuwe boeken, waarvan zo’n 6.700 literair. Ongeveer tweederde van de nieuwe publicaties komt uit lokale pennen: de 17.600 auteurs schreven 7.300 boeken, waarvan ongeveer 4.400 literaire werken, waarvan we in Duitsland slechts een klein deel kennen: ongeveer 120 boeken werden vertaald uit het Nederlandstalige gebied.
“De Leipziger Buchmesse is al jaren een belangrijke sleutel voor de Nederlandse en Vlaamse literaire scene om de Duitse boekenmarkt, en daarmee de internationale boekenmarkt, te ontsluiten”, benadrukt Tiziano Pérez, directeur van de Nederlandse Literatuurstichting.
Zijn collega, directeur van ‘Vlaamse Letteren’, vult aan: ‘Via een programma Leipzig leest Onze nieuw vertaalde auteurs en artiesten zullen het podium verlichten. Ik kijk vooral uit naar dit levendige aspect van de Leipziger Buchmesse.
Sterker nog, tot en met zondag zijn zo’n veertig auteurs uit het Nederlandstalige gebied te gast in de Saksische stad. Eén van hen is Jaap Ruben, woonachtig in Kranenburg, en wiens roman 'The Scheme of Life' ('Schemerleven' in het origineel) een van de meest opmerkelijke romans van het afgelopen jaar is geworden.
Hij gaat graag naar Leipzig, en niet voor de eerste keer. “De Leipziger Buchmesse is een heel bijzondere plek. Vooral omdat er overal in de stad een festival plaatsvindt, beperkt de literatuur zich dus niet alleen tot de tentoonstellingszalen.” Zelf zal hij ‘Schemerleven’ ook voorlezen in gesprek met Matthias Jugler, een lokale held uit Leipzig, die ook ‘De tijd van de eendagsvliegen’ een boek heeft laten schrijven over kinderen die op een of andere manier bij hun ouders worden weggehaald.
“Nederlands is natuurlijk een hele jonge taal, dus we hopen dat deze tentoonstelling veel mensen zal aantrekken om de Nederlandse literatuur te lezen”, weet Robin. Zijn tips: Liz Speight. “Ze schrijft heel provocerend, met een diepe gevoeligheid en een zeer acuut psychologisch inzicht”, zegt Rubin. Het mooie is dat de drie romans van de Vlaamse auteur ook in het Duits verkrijgbaar zijn, vertaald door de schijnbaar alomtegenwoordige Helga van Beuningen, uitgegeven door Fischerverlag Verlag.
Zijn tweede advies: Raul de Jong. “Hij schreef een indrukwekkend boek over zijn onderzoek naar zijn voorouders in Suriname”, zegt Robin over de 40-jarige. Het Zuid-Amerikaanse land is nauw verbonden met de pijnlijke koloniale geschiedenis van Nederland. “Dit is een boek waar ik nog veel over nadenk.” Dit boek verscheen ook in het Duits: “Jaguar Man”.
Robin leest samen met zijn kinderen de boeken van Edward van de Vendel: “Ze zijn allemaal prachtig. Naar mijn mening was zijn roman “Mishka” het beste boek van de afgelopen jaren.” “Het emotionele kinderboek over het thema ontsnapping” is ook verkrijgbaar in het Duits en is geschikt voor mensen tussen acht en twaalf jaar, en veel van zijn kinder- en jongvolwassenenboeken. Boeken voor volwassenen zijn ook in de Duitse taal uitstekend.
In het algemeen kenmerkt de huidige Nederlandse literatuur zich volgens Rubin vooral door haar nauwe verbondenheid met de wereld. Auteurs zijn vrijer in hun vorm, of het nu gaat om romans of gedichten, en zoeken naar verhalen die nog niet zijn verteld. Klimaatverandering, genderkwesties en de zoektocht naar familiewortels spelen altijd een rol. Dit kan ook te maken hebben met het feit dat Nederlandse auteurs als Geert Makk, Lise Speight, Connie Balmain, Raoul de Jong en Elijah Leonhard Pfeiffer (“Grand Hotel Europe”) vaak ook als journalist of columnist werkten.
Wat de non-fictie betreft, heeft de bestseller A Farm and Eleven Brothers van vorig jaar van bijvoorbeeld Ewald Frey ook een iets oudere Nederlandse tegenhanger van Geert Mack. ‘Hoe God verdween uit Eurowerd’ heeft echter minder een historisch perspectief dan een theologisch en economisch perspectief (ja, ze gaan samen) van de veranderingen in het dorpsleven.
Wie verder wil lezen in het grensgebied zal zeker goed gebruik kunnen maken van (op de linker Rijnoever) de geschiedenis van Nijmegen in de jaren zestig en zeventig, misschien wel het laatste werk van Tessa de Loo: De Stad in “je hoofd” is niet toch in het Duits.
Ter herinnering: de 77-jarige creëerde 30 jaar geleden een bestseller aan beide kanten van de grens met “Twins”. Anders maakt Gijs Wilbrink uit Doetinchem naam in het buurland met zijn “De beesten”. (In het Duits: “Animals”, onlangs uitgegeven door Ullstein-Verlag).
Als we niet van elkaar lezen, lezen mensen tenminste voor elkaar. Delia Owens bijvoorbeeld. Hun megaverkoper klinkt in het Nederlands iets lyrischer dan in Duitsland: “Zoals de kreeft zingt: Daar waar de rivierkreeften zingen.” Nederlands klinkt zeker leuker. Er bestaan nog steeds twijfels over ‘Rupsje nooitgenoeg’. Maar het belangrijkste is om meer naar elkaar te luisteren. Wij lezen van elkaar. “Vertalers zijn vredestichters”, zegt Jaap Rubin.