Invoer uit de Europese Unie veroorzaakt wijdverbreide tropische ontbossing – wetenschap
BRUSSEL / BERLIJN (dpa) – Sojabonen, rundvlees en koffie: voor klanten in Europese winkels om dergelijke producten te kopen, moeten bossen plaats maken in andere delen van de wereld.
In termen van EU-invoer zijn tropische bossen onlangs elk jaar vier keer zo groot als het Bodenmeer ontbost. In 2017 werd 16 procent van de tropische ontbossing wereldwijd in termen van handel toegeschreven aan EU-import, volgens een rapport van de milieuorganisatie WWF voor de jaren 2005 tot 2017.
Daarmee staat de Europese Unie op de tweede plaats van de wereld, na China (24 procent) en voor India (9 procent) en de Verenigde Staten (7 procent). Binnen de Europese Unie staat Duitsland bovenaan de lijst.
Volgens het rapport waren sojabonen (ongeveer 31 procent van het gerooide areaal) en palmolie (ongeveer 24 procent) de grootste oorzaken van ontbossing door import door de Europese Unie, aangezien hun teelt of productie voornamelijk bestond uit bossen in Zuid-Amerika en Zuidoost-Azië. Het volgt rundvlees, houtproducten, cacao en koffie.
Van de landen van de Europese Unie is Duitsland verantwoordelijk voor de meeste ontbossing door import: gemiddeld wordt elk jaar 43.700 hectare bos gekapt – een gebied dat ongeveer half zo groot is als Berlijn. Qua inwoneraantal ligt Duitsland echter ongeveer in lijn met het gemiddelde van de Europese Unie. De meeste bossen zijn per inwoner gekapt voor import naar Nederland, België en Denemarken.
Volgens het rapport wordt klaring niet alleen waargenomen in ecosystemen ver van Europa, maar heeft dit ook invloed op het mondiale klimaat. Volgens een rapport van WWF veroorzaakte de Europese Unie in 2017 indirect 116 miljoen ton CO2-uitstoot door geïmporteerde ontbossing. Dit kwam overeen met meer dan een kwart van de uitstoot van de Europese Unie door de landbouw in hetzelfde jaar. Dergelijke indirecte emissies zullen niet worden opgenomen in de statistieken over broeikasgasemissies.
Het rapport toont echter ook aan dat de Europese Unie tussen 2005 en 2017 de door import veroorzaakte bosvernietiging met 40 procent heeft verminderd. In 2005 bedroeg het aandeel van de Europese Unie wereldwijd nog 31 procent; Vanaf 2013 stond Europa op de eerste plaats in de “Wereldclassificatie van bosvernietigers”, zoals geformuleerd door het Wereld Natuur Fonds in het rapport. In sommige gevallen hebben vrijwillige toezeggingen van bedrijven en overheden iets bereikt. Uiteindelijk is het hen niet gelukt. Omdat: het gestelde doel van de Europese Unie om de ontbossing tegen 2020 te stoppen niet is bereikt.
Daarom roept WWF op tot bindende EU-wetten. Het Europees Parlement heeft de Commissie van de Europese Unie in oktober 2020 verzocht om een wettelijk kader in te voeren om de wereldwijde ontbossing door de Europese Unie een halt toe te roepen.
De Stichting vraagt dat het noodzakelijk is dat er bindende eisen worden gesteld aan bedrijven en de financiële sector. Grondstoffen moeten traceerbaar zijn en de toeleveringsketen transparant. De nationale wetgeving van de landen van de Europese Unie moet voorzien in effectieve en afschrikkende straffen, zoals boetes voor exploitanten en handelaren of confiscatie van goederen als de voorschriften niet worden nageleefd. Het is ook belangrijk om je niet aan de regels van de exporterende landen te houden, want volgens de lokale wetten kunnen verrekening volkomen legaal zijn.
“Er moet een einde komen aan het tijdperk van de vernietiging van de natuur, want natuurlijke ecosystemen zoals bossen zijn de zekerheid van ons leven”, zegt Christine Scholl, verantwoordelijk voor duurzame toeleveringsketens bij het World Wide Fund for Nature. “Producten voor de Europese markt mogen niet ten koste gaan van natuur en mensenrechten.” Want hoewel het rapport dat woensdag werd gepresenteerd, handelt over zuivering – als het WWF zijn zin heeft, moet de Europese Unie zich niet alleen op bossen concentreren. Dan kunnen andere problemen worden genegeerd, zoals mensenrechtenschendingen of de vernietiging van andere ecosystemen zoals savannes, graslanden en wetlands.
Het WWF wil niet dat consumenten verantwoordelijkheid nemen om de omvang van ontbossing te verminderen. Het moet natuurlijk wel zo zijn dat wat op de schilderijen terechtkomt, geen verband houdt met de vernietiging van de planeet of de schending van mensenrechten, zei Anke Schulmeister-Oldenhove van het WWF, hoofdauteur van het rapport. Maar ook de consumptie van iemand – bijvoorbeeld voor vlees – en de gevolgen ervan kunnen in twijfel worden getrokken.
Voor het rapport werden ontbossingsgegevens – zoals satellietbeelden – gekoppeld aan gegevens over internationale handel. Resultaten over de periode na 2017 zijn volgens het WWF nog niet beschikbaar. Het rapport verwijst dus naar de Europese Unie, inclusief Groot-Brittannië.
© dpa-infocom, dpa: 210413-99-189332 / 4