Herziening van het boek “Things We Made”
Bij het lezen van dit sympathieke boek aarzelt de wetenschappelijk onderlegde lezer voortdurend tussen overeenstemming en tegenspraak. De auteur probeert minder te doen dan een korte diagnose te stellen van alles wat er vandaag in de wereld mis is. Hij ziet het fundamentele kwaad in een technocratisch misverstand over wetenschap en technologie: volgens Scheidler is de traditionele opvatting dat de natuur slechts een mengelmoes is van discrete dingen die mensen kunnen consumeren, wijzigen en weggooien naar believen. In tegenstelling hiermee is het nu belangrijk om te weten dat “de dingen die we hebben gemaakt” een complex netwerksysteem vormen dat we volledig moeten begrijpen.
Een reis door de westerse geschiedenis van de wetenschap
Over het algemeen is dit te herkennen aan een afgesproken hoofdknik. Men denkt aan ecologische inzichten, die dienen om het systemische karakter van natuurlijke en antropogene biologische omgevingen te definiëren. Alleen door complexe analyses en modellen kan worden verklaard waarom technische ingrepen in een ecosysteem vaak tot dergelijke onverwachte en ongewenste neveneffecten leiden.
Maar Scheidler is niet tevreden met zulke voorbeelden; Het duikt in de geschiedenis van de westerse wetenschap om twee contrasterende modellen te identificeren voor het verklaren van de natuur. Hij verbindt het ‘klassieke’ model met de namen Descartes en Newton: de Franse filosoof en Engelse natuurkundige zijn verantwoordelijk voor een mechanisch, deterministisch en atomair wereldbeeld, dat volgens Scheidler effectief is geweest vanaf de zeventiende eeuw tot nu. Het is dit reductionistische begrip van de natuur dat verantwoordelijk is voor het meeste kwaad in de moderne wereld.
Als tegenmodel vergelijkt de auteur dit met zijn idee van de moderne kwantumfysica, dat hij als enigszins holistisch beschouwt en niet geheel causaal. Dat is de reden waarom het de weg opent naar een universele interpretatie waarin levenloze natuur, planten en dieren, evenals menselijke ervaring en handelen als nauw verwante verschijnselen zich verenigen.
In werkelijkheid is de kwantummechanica echter helemaal niet geschikt als een verenigde wetenschap voor een uitgebreide uitleg van alles en iedereen – vooral in tegenstelling tot de klassieke mechanica. Men moet niet vergeten hoe revolutionair Descartes en Newton het hedendaagse denken beïnvloedden, of dat nu was door Descartes ‘visie van mysterieuze levensprocessen die ze herleidden tot fysisch-causale processen, of door Newtons uniforme interpretatie van aardse en hemelse processen.
Met name de kwantummechanica neemt geenszins afscheid van de reductionistische methodologie van welk natuurlijk onderzoek dan ook of zelfs het principe van causaliteit. In plaats daarvan zet het nieuwe wetten in het spel – niet “massa” willekeur – waarmee men kan hopen nieuwe soorten apparaten zoals kwantumcomputers te bedienen. Scheidler heeft alleen gelijk voor zover sommige interpretaties van de moderne fysica het concept van een atomair deeltje relatief dichtbij maken en de voorkeur geven aan zogenaamd structureel realisme. Kwantumvelden spelen dus de primaire rol die deeltjes spelen in het klassieke wereldbeeld. Door verantwoordelijkheid voor het milieu te bevorderen, wat Scheidler in feite beoogt, hebben dergelijke nuances van natuurfilosofie er weinig mee te maken.