EU-landen gaan akkoord met de werkingsregels van het platform – EURACTIV.de
De EU-ministers van Arbeid hebben op maandag (12 juni) een gemeenschappelijk standpunt aangenomen over de platformactierichtlijn. Na anderhalf jaar van intense discussies opende dit de deur naar onderhandelingen met de Commissie van de Europese Unie en het Europees Parlement.
De voorgestelde wet heeft tot doel de arbeidsomstandigheden in de platformeconomie te verduidelijken en bedrijven als Uber te reguleren.
Centraal in de controverse, die zich uitstrekte over drie opeenvolgende voorzitterschappen van de EU-Raad – Frankrijk, de Tsjechische Republiek en Zweden – is een nieuwe wettelijke aanname van tewerkstelling geweest die tot doel heeft nep-freelancers onder bepaalde voorwaarden te herclassificeren.
Tweeëntwintig lidstaten hebben de tekst van het gemeenschappelijk standpunt aangenomen tijdens de bijeenkomst van de ministers van Arbeid en Sociale Zaken in Luxemburg. Slechts vijf landen – Estland, Duitsland, Griekenland, Letland en Spanje – onthielden zich van stemming. Er waren geen afwijkende stemmen.
In een gezamenlijke verklaring kwamen landen die hebben opgeroepen tot sterkere bescherming van werknemers, waaronder België, Luxemburg, Malta, Nederland, Portugal, Roemenië, Slovenië en Spanje, overeen zich niet tegen de deal te verzetten. Dit werd gedaan om “het wetgevingsproces op schema te houden” en om vóór de Europese verkiezingen van 2024 overeenstemming te bereiken over een definitieve EU-brede tekst.
Er is nog een lange weg te gaan
De goedkeuring van de ministers was echter niet vanzelfsprekend. Een aantal verzoenende teksten die tussen januari en mei door Zweden zijn verspreid, heeft geen overeenstemming bereikt op technisch en ambassadeursniveau.
Er hebben zich verschillende kampen gevormd: sommige lidstaten, zoals Spanje, België en Nederland, hebben opgeroepen tot een ambitieuzere tekst met een sterk wettelijk vermoeden als kern. Ze waren bezorgd dat het Zweedse script niet hetzelfde ambitieniveau had.
Aan de andere kant wilde Frankrijk, dat een cruciale rol had gespeeld bij het verkrijgen van een gekwalificeerde meerderheid gezien de onthoudingen van Spanje en Duitsland, duidelijkere uitzonderingen zien op het voorstel in de operatieve tekst.
Dit was een rode doek voor speculatieve voorstanders, die beweerden dat het giswerk helemaal zou verlichten.
De Zweden moesten een dunne lijn bewandelen tussen het door Frankrijk geleide kamp en de ambitieuzere landen. Eerstgenoemde kreeg de verzekering dat er uitzonderingen zouden gelden, terwijl druk van ambitieuzere landen in de definitieve tekst duidelijk maakte dat landen die al strengere regels hadden, deze konden handhaven.
De Franse minister van Arbeid, Olivier Dussopp, die de tekst onderschreef, legde uit dat er meer werk nodig was om “ervoor te zorgen” dat het vermoeden niet van toepassing is op “echte” zelfstandigen en om ervoor te zorgen dat programma’s die voldoen aan de nationale regelgeving niet worden beperkt.
Uiteindelijk spreekt het akkoord van de ministers van maandag over de bereidheid van de lidstaten om verder te gaan met onderhandelingen en gesprekken te beginnen met het Europees Parlement en de Europese Commissie in het kader van een interinstitutionele “trilaterale”, zoals dat in de EU wordt genoemd. Terminologie.
[Bearbeitet von Luca Bertuzzi/Zoran Radosavljevic]