De handel met Groot-Brittannië werd minder belangrijk
NNa het verlaten van de interne markt van de Europese Unie blijft Groot-Brittannië zijn relevantie voor Duitse bedrijven verliezen en dreigt het af te glijden van de vijfde naar de zesde plaats op de ranglijst van de belangrijkste exportmarkten – na Polen. Dit blijkt uit een onderzoek van de Duitse Kamer van Koophandel en Industrie (DIHK), waarop 1.200 bedrijven reageerden.
De vier belangrijkste exportmarkten voor de Duitse economie zijn de Verenigde Staten, China, Frankrijk en Nederland. In 2016, vóór het Brexit-referendum, was het Verenigd Koninkrijk nog de derde belangrijkste exportmarkt. In vergelijking met het totale handelsvolume met een export en import van 102 miljard euro in 2020, was Groot-Brittannië de achtste belangrijkste handelspartner.
Een maand na de Brexit klagen veel Duitse bedrijven over toegenomen bureaucratische inspanningen als gevolg van douaneaangiften, logistieke problemen, rechtsonzekerheid en stijgende kosten. Volgens de schatting van de DIHK zullen Duitse bedrijven jaarlijks ongeveer tien miljoen douaneaanvragen moeten indienen, dat wil zeggen douaneaangiften en documenten. Dit alleen al kan leiden tot kosten van 400 miljoen euro per jaar.
Vooral jongeren lijden onder de Brexit
Daarnaast stijgen enkele andere kosten. Volgens schattingen van Duitse en Britse handelsexperts in Londen zouden de kosten van middelgrote Duitse bedrijven die zaken doen met Groot-Brittannië met 3 tot 5 procent kunnen stijgen. Voor grotere bedrijven zullen de meerkosten lager zijn, slechts ongeveer 1 procent. Vooral jongeren zullen dus te lijden hebben onder de nieuwe barrières in de detailhandel.
Ulrich Hoppe, president van de Duits-Britse Kamer van Koophandel en Industrie (AHK), zei dinsdag bij de presentatie van de onderzoeksresultaten dat de post-Brexit-overeenkomst die kort voor het einde van het jaar was overeengekomen “veel beter was dan niets”. Niet goed, want het zorgt voor nieuwe wrijvingen en kosten in de detailhandel. Grensoverschrijdende zakelijke taken voor dienstverleners worden moeilijker. Veel zaken zijn nog onduidelijk, bijvoorbeeld voor financiële dienstverlening. 16% van de bedrijven is van plan hun investeringen van Groot-Brittannië naar andere landen te verplaatsen. Niettemin blijft Groot-Brittannië een aantrekkelijke markt met 66 miljoen vermogende consumenten en heeft het financiële centrum van Londen een mondiale betekenis.
De Britse economie daalt met 11%
Met name de Corona-crisis maakt de situatie momenteel duister. De economische output van Groot-Brittannië is in 2020 met ruim 11 procent gedaald, het dubbele van die in Duitsland. 60% van de Duitse bedrijven die in Groot-Brittannië actief zijn, omschrijft hun zakelijke relaties daar als slecht, en slechts 10% denkt dat ze goed zijn. Dit betekent dat het saldo van waarderingen negatiever is dan in andere EU-landen buiten de eurozone. IHK-experts verwachten na de Brexit niet dat de Duits-Britse goederenbeurs dit jaar zal krimpen, ondanks nieuwe handelsbelemmeringen, maar juist zal afnemen.
Er zijn verleidelijke cijfers over hoe erg de huidige recessie in de VK-Europese handel is. Een recente verklaring van de Road Transport Association, die meldde dat het volume van de vervoerde vracht naar de Europese Unie in januari met 67 procent is gedaald in vergelijking met dezelfde maand vorig jaar, veroorzaakte opschudding. Kabinetsminister Michael Gove verwierp het cijfer als onjuist. Een recente verklaring van de haven van Dover, de belangrijkste schakel voor het vervoer van veerboten en vracht naar het continent, suggereert dat het zou kunnen worden overschat. De havenbeheerder in Dover zei dat het transportniveau nu “terug naar 90 procent van het normale niveau” is.