Associatie met levensverwachting – Nederlands model
Nederland, Zweden en Finland lopen voorop: het Ifo Instituut roept mensen op langer te werken als de levensverwachting stijgt.
Het Ifo Instituut pleit ervoor om de pensioenleeftijd te koppelen aan de levensverwachting. Nederland, Zweden en Finland hebben dit al besloten, zegt Joachim Ragnitz, pensioenexpert bij Ifo.
Als de levensverwachting met drie jaar wordt verlengd, moeten Nederlanders twee jaar extra werken en krijgen ze een jaar extra pensioen. De verhouding tussen gepensioneerden en werkenden blijft stabiel rond de 40 procent, in plaats van te stijgen naar bijna 50 procent, schreven de economen uit Dresden in een artikel.
Als pensioenverhogingen zouden worden gekoppeld aan de inflatie in plaats van aan loonsverhogingen, zoals nu het geval is, zou dit ook de stijging van de pensioenuitgaven vertragen. Aan de andere kant vinden onderzoekers van het Ifo Instituut het niet zinvol om zzp’ers en ambtenaren mee te nemen in de premiebetaling. Op de korte termijn zou dit de lasten voor pensioenfondsen verlichten. “Op de lange termijn zullen de betalingen aan deze groepen echter veel hoger zijn, onder meer omdat ze een langere levensverwachting zullen hebben.”
Het verhogen van de pensioenleeftijd naar 69 jaar in 2061
In Duitsland kunnen 65-jarigen tegenwoordig gemiddeld tien tot elf jaar ‘gezonde levensverwachting’ verwachten. Volgens het Nederlandse model zal de pensioenleeftijd in 2061 geleidelijk stijgen naar 69 jaar.
In de jaren negentig waren er op elke honderd valide mensen twintig gepensioneerden. Na 2030 zullen er 40 gepensioneerden zijn. Volgens berekeningen van het Federaal Bureau voor de Statistiek zullen er tegen het midden van de jaren zestig ruim 45 gepensioneerden op elke 100 inwoners zijn. Mensen die kunnen werken. Het huidige pensioenstelsel legt een zware last op de beroepsbevolking die de pensioenen financiert.