EU-verkiezingen in Nederland: rood en groen tegen de PVV
Bij de EU-verkiezingen van donderdag in Nederland lieten voorlopige peilingen na de verkiezingen zien dat de rode, groene en rechtse populisten nek-aan-nek waren.
Amsterdam Taz | Voorlopig zijn dit slechts opiniepeilingen, maar het beeld dat ze schetsen is consistent: bij de Nederlandse EU-verkiezingen de electorale coalitie van de Partij van de Arbeid (PvdA) en de Partij van de Arbeid (PvdA). Groene koppelingen Oog in oog met de rechts-populist Onderdeel van Vrijheid (Pfft). Beide peilingen werden onmiddellijk na het sluiten van de peilingen gepubliceerd, waarbij uit de laatste twee bleek dat de Rode en Groene Partij acht zetels won, iets meer dan de Vrijheidspartij, die zeven zetels behaalde.
Beelden van jubelende PvdA- en GL-aanhangers bij de verkiezingsceremonie in Utrecht waren donderdagavond laat overal in het nieuws. Maar vergeleken met 2019, toen beide partijen afzonderlijk deelnamen en de PvdA de EU-verkiezingen won, verloor de coalitie één zetel en won ze daarentegen zes zetels.
Tijdens de verkiezingscampagne profileerde de Rood-Groene coalitie zich steeds meer als de pro-Europese partij, ondanks het toenemende euroscepticisme in Nederland. Sociaal-Democratisch Europarlementariër Mohamed Sahem, die tweede staat op de gezamenlijke lijst achter koploper Bas Eeckhout, zei tegen de NOS dat de overwinning van de Rood-Groene coalitie laat zien dat het land vertrouwen heeft in de PvdA en GroenLinks en pro-Europees is. Natuurlijk wil hij in plaats daarvan Europa opsplitsen.
De andere partijen volgden op grote afstand. De rechts-liberale VVD, die in de toekomst een coalitie zal vormen met de Partij voor de Vrijheid in Den Haag, behaalde vier zetels, terwijl de Christen-Democraten (CDA) en de linkse Liberaal-Democraten (66) elk drie zetels behaalden.
Een zetel voor dierenrechtenactivisten
BoerBurgerBeweging (BBB) en Het nieuwe sociaal contract De Nationale Veiligheidsraad, die ook deel uitmaakt van de nieuwe rechtse regering, zal in het Parlement van de Europese Unie vertegenwoordigd worden door een of twee leden. Eén zetel gaat elk naar VOLT, de Partij voor de Dierenbescherming (PvdD) en de belangrijkste calvinistische SGP.
Opvallend is dat de opkomst bij de verkiezingen 46,8 procent bedroeg, een veel hoger percentage dan in 2019 (41,8 procent). Dit is sinds 2014 gestaag blijven stijgen. Grote aantallen kiezers die bij de parlementsverkiezingen van november op de nieuwe rechtse coalitie stemden, bleven thuis. De stemmen waren 59% voor de Nationale Veiligheidsraad en 56% voor de Vrijheidspartij, die bij de parlementsverkiezingen van november duidelijk de Rood-Groene coalitie verliet.
Daarom kunnen we niet praten over de zwakte van de rechtse verschuiving in Nederland. De blije sociaaldemocraat Chahems analyse van de verkiezingen klopt ongetwijfeld, maar alleen in dat deel van de samenleving dat kritisch staat tegenover de nieuwe rechtse regering in Den Haag.
Pas afgelopen mei presenteerden zij een regeerakkoord dat vooral kritische kiezers van de Europese Unie vrijstellingen van EU-wetgeving beloofde. Ze verdedigt er ook één Terugtrekken Van het onlangs aangenomen Gemeenschappelijk Europees Asielbeleid, dat de toekomstige uitbreiding van de EU duidelijk afwijst.
De officiële uitslag van de Nederlandse EU-verkiezingen is pas zondagavond beschikbaar. Het is nu al duidelijk dat het resultaat een grote versterking betekent voor de extreemrechtse Identiteits- en Democratiefractie.