Conservering: adelaar klein, groot
200 jaar geleden leefde de kleine gevlekte adelaar misschien nog in grote delen van wat nu Duitsland is. Er waren broedparen in het zuiden en zuidwesten van de Bondsrepubliek. Tegenwoordig zijn de laatste ongeveer 130 paren te vinden in het uiterste noordoosten in Brandenburg en Mecklenburg-Vorpommern. Zij zijn de rest die hier op aarde nog veerkrachtig zijn, maar een toenemend risico lopen. Kleine aantallen en een negatieve trend maken de gier tot een van de meest bedreigde soorten van Duitsland, zoals Thomas Krumenacker schreef in zijn indrukwekkende en veelgevraagde fotoboek “König der Lüfte”: Dankzij strikte voorzorgsmaatregelen kunnen witstaartgieren, adelaars of steenarenden zijn in opkomst of blijven minimaal stabiel op voorraad.
Theoretisch geldt deze bescherming ook voor de minder vlekkerige arend, maar de roofvogel is gevoeliger en veeleisender voor zijn verwanten. Ze lopen meer risico: terwijl witstaart- of steenarenden het hele jaar door op de site blijven, trekken kleine gevlekte adelaars in de winter naar het zuiden. Miljoenen jagers onderweg halen trekvogels uit de lucht met geweren of vangen ze met netten en kiezelstenen. Tientallen minder gepatchte gieren werden ook getroffen, zoals The Chapter beschrijft Diether’s ‘laatste vlucht’ met behulp van een vogel met een zender.
Bij het beschrijven van de risico’s schroomt Krumnaker niet om een heet strijkijzer aan te raken. Windturbines staan bijvoorbeeld gevaarlijk dicht bij de overgebleven broedparen, in tegenstelling tot de aanbevelingen van ornithologen: minder fragmentarische adelaars verlaten hun broedplaatsen of worden gedood door rotoren. De auteur is niet per se tegen deze hernieuwbare energiebron, die hij essentieel acht om de klimaatverandering tegen te gaan. Maar ook hier zou het moeten gelden voor het volgen van de vlag en het houden van voldoende afstand voor nesten of het niet aanleggen van rotondes op belangrijke knelpunten op de trekroutes van vogels. Ook dwergarenden hebben behoefte aan een divers landschapsarrangement: oude bossen met tussenliggende bomen zijn geschikt naast open cultuurland, bij voorkeur met natte weiden. Maar deze habitats zijn in nood. Het telen van maïs of koolzaad op grote velden die bemest en behandeld zijn met pesticiden ontneemt de gier de kans om te jagen en te jagen.